web analytics

Foto

19 dec, 2016

Ik nam het pontje, zoals elke ochtend, of toch in principe elke ochtend want de laatste tijd ga ik wat minder vaak naar kantoor; lanterfanten kan je net zo goed thuis. Ik rolde mijn fiets achterwaarts tot op het achterdek, zoals dat gaat, de boot ramvol, en ik herkende een andere passagier, die tegen de balustrade leunde: Hans Aarsman. Hij zag er vrolijk uit, had een te korte pantalon aan en witte tennissokken in beige loafers.
De veerboot vaarde naar de overkant in een enorm lange, brede boog wellicht omdat de schipper al van verre had gezien dat hij tussen twee vrachtschepen door moest manoeuvreren en dat deed hij ook met bloedstollende precisie en ik meende mij een interview met Aarsman te herinneren waarin hij vertelde hoe hij vrij bruusk met fotograferen was gestopt en sindsdien had hij die geweldige rubriek in de Volkskrant waarin hij naar foto’s kijkt. Ik dacht terug aan het interview dat ik gisteren had gegeven, het eerste over de nieuwe roman. Dat is altijd even zoeken. Ik had geprobeerd uit te leggen hoe mijn personages zijn vastgeroest in hun eigen positie en hoe moeilijk het voor hen is om daarvan los te komen en naar de wereld te kijken – laat staan naar zichzelf – door de ogen van iemand anders en dat dit het grootste probleem is van de huidige tijd: iedereen vindt dat zijn eigen positie volstaat en het enige valide perspectief is. Dat komt natuurlijk omdat men zijn identiteit aan die positie ontleent; wanneer je je openstelt voor de ander, zou je wel eens gedwongen kunnen worden die positie te verlaten en wie ben je dan nog? Misschien wel een mens, god verhoede, en kwetsbaar. Terwijl het veel mensen goed zou doen om eens te stoppen met fotograferen en wat vaker goed te kijken – of omgekeerd.
Anyways, de boot naderde de aanlegsteiger en ik keek om en ik zag een rood-roze gloed oplichten achter de flatgebouwen op de kade aan de overkant, en het kabbelende water strekte zich voor me uit, donker glanzend als een mysterie, en ik dacht mijn god hoe vaak nog, hoe vaak kan een schrijver dit water beschrijven, dat houdt vroeg of laat natuurlijk ook gewoon een keer op en net op dat moment voelde ik Hans Aarsman naast me, die zich vooroverboog, de nek strekte om beter zicht te krijgen op die gloed in de verte en hij grijnsde breed, greep in de binnenzak van zijn jasje, haalde zijn telefoon tevoorschijn en nam een foto.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *