web analytics

Activist.

20 nov, 2017

Activist. Ik ben er niet voor in de wieg gelegd. Ik vermoed dat je het wordt uit oprechte overtuiging, vervuld van een handvol idealen en voorzien van het vermogen om abstractie te maken van nuances. (Vooral dat laatste maakt mij ongeschikt.) Of zoals in De Nix van Nathan Hill: omdat er een jongen/meisje meedoet die je leuk vindt, en die zal het aan het eind om nog weer een andere reden blijken te zijn geweest. 

De Ander. Je weet wel, diegene die jou niet begrijpt op een wezenlijk niveau.

Plots zit je in een bus, zo’n knus jaren zeventig model – of in de auto die de bus tegenhoudt, natuurlijk. De dag was begonnen met het maken lunchpakketten, zenuwachtig gegiechel, luchtzoenen en mannenknuffels. Het soort voorpret-opwinding dat je terug deed denken aan… welja, de laatste uren voor pakjesavond, vroeger.

Alles verliep vrolijk en volgens plan en dan gebeurt er ook nog eens datgene waar je stiekem op hoopte: er is tegenstand. Daar zit je, gevangen in het triomfantelijke polderlandschap, oog in oog met De Ander; je weet wel, diegene die jou niet begrijpt op een wezenlijk niveau, het is de oude Griekse tragedie all over again, je weet natuurlijk zelf ook wel dat er maar weinig kwaad bestaat dat niet voortkomt uit de beste bedoelingen maar die wetenschap komt nu even niet uit, nu is het facebooken en twitteren en bellen met diverse media en filmen met je telefoon ook al weet niemand precies wat je straks met die beelden kan maar toch, het moet, het is belangrijk, het voelt goed en bovendien: de hele wereld kijkt toe. (Dat is natuurlijk niet waar: straks zal je moeder je bellen en opgewekt vertellen hoe heerlijk het was daar bij de Oostvaarderplassen, met dit weer, en vertel eens liefje, hoe was jouw dag?)

Pas ’s avonds in bed, verstrengeld met je geliefde, nagloeiend, besef je dat het demonstratierecht helemaal niet is vermoord. Je bent gewoon genaaid. Door een stel gasten die net zo fanatiek waren als jij, alleen vandaag iets slimmer, dat kan gebeuren. Je denkt aan die jongen met die vlag. Halflang, blond krulhaar, een vriendelijke blik in de ogen, net zo’n blik als de jongen waarmee je nu in bed ligt, of de jongen die zij ooit in je zag. En zodra je die gedachte toelaat, word je bevangen door de lome weemoed die hoort bij de zwaarbevochten nederlaag. Dié ken ik maar al te goed. Sterker nog, het is mijn natuurlijke staat van zijn. Ook wanneer ik ’s ochtends boterhammen smeer temidden het vrolijke gekwebbel van twee meisjes die een overdosis pepernoten hebben gehad, ook wanneer ik ’s middags door het park ren, zwetend in de regen, en ook wanneer ik in de kroeg sta en na acht laatste biertjes roep dat we er nog ééntje nemen, ook dan lig ik in feite onder een dekentje op de bank, dromend van een ander leven, in een andere wereld.

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *